Bedreigde plantensoorten kiemen in Het Levend Archief

Het Levend Archief verzamelt zaden van Rode Lijst planten en slaat deze op in een Nationale zadencollectie. Maar hoe weet je of deze zaden straks ook echt een uitstervende soort kunnen redden? Over deze vraag buigt Biologie-stagiair Sjoerd Snip zich.

In het kader van zijn masters opleiding ‘Conservation and Restoration Ecology’ aan de Radboud Universiteit in Nijmegen onderzoekt Sjoerd de kiemprocessen van bedreigde plantensoorten in de zadenbank. Hij probeert zaden op te kweken van honderd verschillende soorten en analyseert de successen en mislukkingen. Welke zaden ontkiemen goed, welke niet? En waarom?

Kiemproeven

In een paar maanden tijd heeft hij maar liefst 200 kiemproeven gedaan. Van de zeldzaamste soorten is vaak niet bekend onder welke omstandigheden ze kiemen, wat zijn onderzoek bemoeilijkt. In die gevallen baseert Sjoerd zijn aanpak op vergelijkbare soorten binnen hetzelfde geslacht, in de hoop dat de kieming op dezelfde manier verloopt. Kan hij hier geen informatie over vinden, dan blijft de verzorging een kwestie van aftasten: “Ik geef ze dan allemaal evenveel water en licht. Zo ontdek ik vanzelf wat werkt en wat niet.”

Accessies

Zijn de meeste zaden inmiddels ontkiemd? “Een groot deel wel, maar sommige zijn helaas mislukt,” zegt Sjoerd, die aangeeft dat verschillende factoren hierbij meespelen. “Er kan van alles aan de hand zijn, bijvoorbeeld schimmel, leeftijd, inteelt, te late oogst of scarificatie die niet aanslaat.” De ene batch zaden (ook wel accessie: verzamelmoment van een bepaalde soort op een specifieke locatie) kan prima ontspruiten, terwijl de andere mislukt. “Van Welriekende agrimonie heb ik 15 zaden gebruikt en is er maar één ontkiemd. Van Parnassia heb ik een accessie waarvan bijna alle zaden zijn ontkiemd, terwijl de andere accessie helemaal niks heeft gedaan,” licht Sjoerd toe. Zaad verzamelen betekent dus niet automatisch dat een soort is gered. Je hebt meerdere accessies nodig, benadrukt hij. Ook kan het verstandig zijn om verschillende kweekmethodes te proberen.

Data verzamelen

Zijn onderzoek richt zich specifiek op de invloed van leeftijd en populatiegrootte op ontkieming. Hij vermoedt dat grotere populaties betere kiemkracht hebben en dat jonger zaad beter aanslaat dan oud zaad, maar weet nog niet of zijn waarnemingen puur anekdotisch blijven of toch statistisch significant kunnen worden. Naast zijn eigen onderzoeksdata verzamelt hij meer belangrijke informatie voor het Levend Archief. Zo legt hij een unieke beeldbank aan van de kiemfase van zeldzame soorten: “Iedereen weet wel hoe het kiemplantje van een Zonnebloem eruitziet, maar van een Berggamander weten niet zoveel mensen dat,” legt hij uit.

Genieten

Hoewel Sjoerd de stage in het begin soms pittig vond, geniet hij er nu zichtbaar van: “Ik vind het bijzonder dat ik zaden en planten van bijna uitgestorven soorten in mijn handen heb, die in gebieden groeien waar je normaal niet mag komen. En dat ik die mag opkweken en met het blote oog zie, is echt fantastisch. Zadenbanken zoals Spitsbergen zijn alleen gericht op eetbare gewassen, maar ik wil graag bevindingen doen waardoor wilde planten beter beschermd, verzorgd of versterkt worden.”

Natuurdrama

Het Levend Archief heeft subsidie van de Postcodeloterij ontvangen om over vier jaar 80% van de Rode Lijst soorten te waarborgen. Sjoerd: “Maar we op dit moment nog veel bronpopulaties. We zullen veel meer moeten verzamelen om de genetische diversiteit echt stevig te houden. Het gaat gewoon niet goed met de natuur in Nederland en het Levend Archief is een hele goede back-up om het natuurdrama een beetje te voorkomen.”